|
Hitte Index
De hitte-index (HI) is een index die de luchttemperatuur en de relatieve vochtigheid, in schaduwrijke gebieden, combineert als een poging om de door mensen waargenomen equivalente temperatuur te bepalen, zoals hoe warm het zou voelen als de vochtigheid een andere waarde in de schaduw zou zijn. De hitte-index werd in 1978 door George Winterling ontwikkeld als de "humiture" en werd een jaar later door de National Weather Service van de VS geadopteerd. Het is afgeleid van het werk van Robert G. Steadman. Net als de gevoelstemperatuur-index, bevat de hitte-index aannames over de menselijke lichaamsmassa en lengte, kleding, hoeveelheid fysieke activiteit, dikte van het bloed, blootstelling aan zonlicht en ultraviolette straling, en de windsnelheid. Significante afwijkingen hiervan zullen resulteren in warmte-indexwaarden die de waargenomen temperatuur niet nauwkeurig weergeven.
De warmte-index is zo gedefinieerd dat deze gelijk is aan de werkelijke luchttemperatuur wanneer de partile druk van waterdamp gelijk is aan een basislijnwaarde van 1,6 kilopascal [kPa] (0,23 psi). Bij een standaard atmosferische druk (101,325 kPa) komt deze basislijn overeen met een dauwpunt van 14 °C (57 °F) en een mengverhouding van 0,01 (10 g waterdamp per kilogram droge lucht). Dit komt overeen met een luchttemperatuur van 25 °C (77 °F) en een relatieve vochtigheid van 50% in de zeespiegel psychrometrische grafiek.
27-32°C
|
80-91°F
|
Let op: vermoeidheid is mogelijk bij langdurige blootstelling en activiteit. Voortdurende activiteit kan leiden tot hittekrampen. |
32-41°C
|
90-105°F
|
Voorzichtigheid is geboden: hittekrampen en hitte-uitputting zijn mogelijk. Voortdurende activiteit kan leiden tot een hitteberoerte. |
41-54°C
|
105-130°F
|
Gevaar: hittekrampen en hitte-uitputting zijn waarschijnlijk, hitteslag is waarschijnlijk bij voortgezette activiteit. |
Boven 54°C |
Boven 130°F |
Extreem gevaar: hitteberoerte is dreigend |
|